Wéér zo’n pamflet in de bus. En dit keer staat zelfs mijn e-mailadres er op. Kennelijk word ik gezien als een van degenen die een lantaarnpaal moet redden. Redden? Een lantaarnpaal? In het Oud-Zuidse Zuid – zou je denken – bestaat er geen kredietcrisis, geen klimaatcrisis, geen armoede en geen uitsluiting. Nee, het allerergste wat er gaande is, is de vervanging van het ene type lichtmast door een ander type. En dus een hevige oproep om het grote onrecht te keren en een lantaarnpaal te redden – voor het te laat is! Buurtpolitiek kent zo zijn eigen grote rampen, want over smaak valt goed te twisten. En durf daar geen vraagteken bij te plaatsen, want je bent ‘in de buurt’ zo persona non grata. Intimidatie en schandaliseren is norm – vele e-mails getuigen daarvan. Vanwege een lantaarnpaal.
Ook in de buurt waar ik zelf woon, is aan de dageraad groot onheil waar te nemen . Tijd voor een kleine wandeling langs het prachtige P.L. Takcomplex waarin ik zelf woon.
Waarom moeten lantaarnpalen worden vervangen?
Niets heeft het eeuwige leven, daarom is zo nu en dan vervanging nodig. Bovendien willen we verlichting die meer veiligheid biedt: in plaats van geel, wit licht, wat contrastrijker is. En we willen openbare verlichting die zuinig is met energie. Eens in de zoveel tijd is nietsdoen geen optie: vervanging is nodig om werkzaamheid en veiligheid te waarborgen.
Waarom een ander het type lantaarn?
In Amsterdam is in de afgelopen decennia klaarblijkelijk willekeurig omgegaan met de keuze voor masten en armaturen. Het bewijs daarvoor is bij mij in de buurt zichtbaar (zie foto’s): de klassieke grachtenlantaarn (‘ritter’) met verschillende masten en armaturen, de Apollomast en de Friso Kramerarmatuur, ze staan allemaal door elkaar heen. Kennelijk was de persoonlijke smaak van een of andere ambtelijke projectleider – of die van een mondige bewoner in straat x op nummer y – van groter belang dan de samenhang tussen het straatmeubilair en zijn architectonische en stedenbouwkundige omgeving. Het straatbeeld is er onsamenhangend en rommelig door. Een beetje meer eenheid en een zekere beperking in het aantal typen masten en armaturen is ook goed voor Amsterdam: het houdt de kosten voor onderhoud in toom.
Smaken verschillen, dat hoeft niet te worden ontkend. Maar de publieke ruimte vraagt om meer dan een optelsom van smaken.
Samenvattend
- Liever een samenhangend straatbeeld: mast en armatuur, stedenbouw en architectuur in onderlinge verwantschap;
- Liever een beperkt aantal type lichtmasten en armaturen om het beheer efficiënt en daarmee de kosten in toom te houden – zeker in tijden van zware bezuinigingen.
- Niets heeft het eeuwige leven, vervanging is soms nodig. Vervanging is tevens een goede gelegenheid om energiezuiniger verlichting aan te brengen, die bovendien meer veiligheid op straat biedt.
De gemeente Amsterdam heeft een paar jaar geleden een prima beleidsplan openbare verlichting opgesteld. Daarin staan handvatten die helpen bij kiezen uit zovele mogelijkheden en zovele overwegingen (waaronder kosten, veiligheid en energieverbruik). Ik vind het een degelijk plan. U kunt zelf het beleidsplan downloaden en lezen.