Gezellig zonder overlast

Binnenkort nóg gezelliger, namelijk zonder bankje:

Bankje met alcoholverbod aan de Westlandgracht

Bankje met alcoholverbod aan de Westlandgracht

Een jaar geleden stelde de stadsdeelvoorzitter een alcoholverbod in aan de Westlandgracht, vanwege ‘overlast’. Op grond van artikel 2.17 lid 2 van de APV is het verboden alcohol te drinken of aangebroken blikjes of flesjes bij je te hebben. De buurt werd gesierd met mooie verbodsborden (op ooghoogte van mensen van twee meter vijftig) waarmee de maatregel werd gecommuniceerd. Borrelende buurtbewoners hoefden zich echter geen zorgen te maken, want “Onze handhavers zijn ingesteld op overlast. We zullen eerlijk handhaven. Het gaat om de overlast van zwervers. We zijn er niet op uit bewoners het leven zuur te maken.”, aldus stadsdeelvoorzitter Slettenhaar in het Parool. Eerlijk handhaven. Hoe zou dat in zijn werk gaan? Je zou zeggen dat het eerlijk is als iedereen die dezelfde overtreding begaat op dezelfde wijze wordt aangepakt. Maar het tegendeel wordt door de stadsdeelvoorzitter gesuggereerd. Bewoners worden niet en zwervers worden wel gepakt. Oneerlijk dus. Waarom is niet gekozen voor lid 1 van hetzelfde artikel van de APV: dat legt tenminste direct de relatie met overlastgevend gedrag, in plaats van het al dan niet bij zich hebben van alcoholhoudende drank.

Artikel 2.17 Hinderlijk gebruik van drank

1. Het is verboden op of aan de weg, op het openbaar water of in een voor publiek toegankelijk gebouw alcoholhoudende drank te nuttigen als dit gepaard gaat met gedrag dat de openbare orde verstoort, het woon- en leefklimaat aantast of anderszins overlast veroorzaakt.

2. Het is verboden op door de burgemeester aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of bij zich te hebben in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke.

Ik denk dat het te maken heeft met constateringluiheid bij de politie. Het is makkelijker iemand een overtreding aan te rekenen met een flesje of blikje in zijn hand dan met een containerbegrip als ‘overlast’. Overlast is een ingewikkelde term en je moet ordehandhavers vooral niet vragen dat expliciet te maken.

Nu, een jaar later, moeten behalve de blikjes en flesjes alcohol ook de bankjes er aan geloven. Kennelijk heeft het allemaal niet geholpen en is er nog steeds ‘overlast’, zo lezen we in de bewonersbrief. En ook nu weer wordt de term ‘overlast’ niet geëxpliciteerd. Gezelliger kan het stadsdeel het niet maken.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid

Dereguleren is makkelijker gezegd dan gedaan

Handig, alle regelingen van stadsdeel Zuid in één digitale publicatie (ePUB). Ook voor alle andere stadsdelen is die beschikbaar. En wat ook opvalt: de aantallen regelingen. Ongetwijfeld loopt stadsdeel Zuid – waar het bestuur deregulering een belangrijk speerpunt noemt – voorop in het aantal regelingen. In hun programma-akkoord schreven bestuurspartijen VVD, D66 en PvdA de nastrevenswaardige woorden: “Wij willen minder beleid en regels en bestaande regels eenvoudiger maken.”

Afgaand op het register van decentrale regelgeving op Overheid.nl hebben de stadsdelen het volgend aantal regelingen:

grafiek_aantal_regelingen_stadsdelen

Diagram aantal regelingen per stadsdeel (bron: overheid.nl)

Inderdaad! Stadsdeel Zuid loopt weer eens voorop. Met ruime voorsprong laat het andere stadsdelen achter zich in het aantal regelingen. Maar wel tegenstrijdig aan de ambitie, lijkt me.

Deze maand heeft het dagelijks bestuur een voortgangsrapportage deregulering naar de deelraad gestuurd. Daarin wordt ook weer het belang benadrukt van deregulering. En – schrijft het: “Er zijn wederom concrete resultaten te melden.” Het stadsdeel heeft inderdaad een en ander gedaan. Maar de rapportage geeft géén antwoord in hoeverre de ambitie minder beleid en regels is gerealiseerd en in hoeverre regels eenvoudiger zijn geworden.

Trouwens, als niet alleen naar het aantal regelingen, maar ook naar het aantal beleidsstukken en uitvoeringsnota’s wordt gekeken, dan telt het regelbestand maar liefst 253 stuks (zie de bijlage van de voortgangsrapportage).

Kortom, veel woorden wederom. Ongetwijfeld is er ook veel gedaan. Maar of er ook daadwerkelijk vooruitgang is, blijft ongewis.

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, Politiek

Meer hotelcapaciteit in de Pijp

“Een hotel kan zich op het gebied van het milieu onderscheiden en tegelijk meer comfort bieden,” zo schrijft de gemeente Amsterdam. Daar werk ik graag aan mee.

Insectenhotel

Insectenhotel

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder C'est moi, De Pijp

Meer plezier met minder vuurwerk

De brief gaat maar ternauwernood in de brievenbus. Geen geluid van klapperende klepjes, maar gekreuk van de brief vanwege een dun spleetje. Het is halverwege december en de eerste preventieve maatregel voor een vrolijk Oud en Nieuw dringt zich op. En we hoeven niet lang te wachten op de volgende tekenen dat ook dit jaar weer een prachtige jaarwisseling tegemoet gaan: zo nu en dan een lollige knal in de buurt, want een enkeling kan echt niet meer wachten. In de media verschijnen berichten over tonnen in beslag genomen illegaal vuurwerk. Voorspellingen dat dit jaar wéér meer geld wordt uitgegeven aan vuurwerk – crisis? Welke crisis?

Het is zeker een feest waard dat onze Aarde weer een rondje om de zon heeft voltooid. Dat is een traditie die al duizenden jaren en door misschien wel alle volken ter wereld wordt gevierd. Maar hoe komt het toch dat hier in Nederland het feest gepaard gaat met honderden gewonden – van wie sommigen hun leven lang met lichamelijk letsel verder moeten? Waarom lijken de straten een oorloggebied waar sommigen de straat niet op durven om hun buren een gelukkig niet jaar te wensen? Waarom rijdt het openbaar vervoer niet, juist als mensen door alle vrolijke feestvreugde een glaasje teveel op hebben om zelf te rijden? Waarom zijn velen vlak na twaalven meer bezig met het kalmeren van hun huisdier dan met het uitbrengen van een heildronk in gezelschap van familie, vrienden of buren?

Het vuurwerkgebruik in Nederland slaat door – een stelling waarmee 87% van Radio-1-luisteraars het eens is. Ik ben het er ook mee eens. Oud en Nieuw is steeds minder een feestje. Vuurwerk (prachtig!) en drank (lekker!) gaan niet goed samen. Laten we ze daarom uit elkaar halen. Burgers, toost met elkaar op een gelukkig nieuwjaar – met bubbels en zonder consumentenvuurwerk. En laat de gemeente een prachtig professioneel vuurwerk maken waar iedereen van kan genieten. In het buitenland is dat heel gewoon, dus waarom zou dat in Nederland een probleem moeten zijn? Tweederde van de Nederlanders is voor een verbod op consumentenvuurwerk als er een professioneel alternatief is, blijkt uit onderzoek. Maar nog altijd durven bestuurders en Tweede-Kamerleden het taboe op een vuurwerkverbod niet te breken. Hoeveel berichten van gewonden (of erger) moeten nog passeren voordat de vrijheid van velen om plezierig en veilig het nieuwe jaar te vieren het wint van de vrijheid van enkelen om lekker gevaarlijk te mogen doen?

Amsterdam organiseert dit jaar een professioneel vuurwerkspektakel op het Oosterdok bij het Scheepvaartmuseum. Het publieke alternatief is er. Dan kan niet moeilijk zijn zelf het geklooi met vuurwerk achterwege te laten. Een gelukkig en gezond nieuw jaar – alvast!

(Dit artikel verscheen eerder op Dichtbij.nl)

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Politiek

Theaterregie

Wanneer ik in het buurttheater kom, zoals in het Ostadetheater bij mij om de hoek, wekt dat een merkwaardig soort opwinding. Bij het ‘echte’, grote theater voel ik bij aanvang de spanning van het grootse, meeslepende stuk dat ik te zien krijg, gespeeld door bekende, goede acteurs. Ik weet wat ik krijg en verheug me er op. Maar daar zit nu juist de spanning als je naar een voorstelling gaat in het buurttheater: dat je niet weet wat je krijgt. Dat het een totale verrassing is. En je soms ook denkt: ik vond het niks. Die atmosfeer van het onbekende – wat zullen we te zien krijgen? – daar is het buurttheater – zijn bezoek en ook de fysieke accommodatie – van doortrokken. Anders is dat in de stadsschouwburg waar de entree grandeur uitstraalt, soms zijn bezoek ook (wat ik overigens echt niet erg vind) en het succes al bij voorbaat vaststaat – wat een veilig gevoel geeft. Zo bekeken zijn buurttheaters onderschatte plaatsen van culturele spanning en vernieuwing. Misschien komt dat wel door het woordje ‘buurt’, dat weliswaar veilige nabijheid suggereert in plaats van cultureel-elitaire afstand, maar ook het amateurisme van het toneelgroepje van je buurvrouw.

Stoelendans

In het gemeentelijk cultuurbeleid (hoofdlijnennota kunst en cultuur (pdf), eind 2011) is vastgelegd dat Amsterdam slechts acht podia structureel subsidieert: vier grootstedelijke podia en vier buurtaccommodaties. “De achterliggende gedachte is dat Amsterdam te veel stoelen subsidieert en er meer ruimte moet komen voor directe investeringen in kunstenaars, een lijn die de AKr voluit steunt.” (Amsterdamse Kunstraad: Kiezen voor perspectief). Deze beleidslijn – terecht of onterecht – pakt niet goed uit voor het Ostadetheater. Aan de waardering voor het Ostadetheater ligt het niet, die is er alom, ook bij de AKr. Het gaat om de stoelen. In 2007 is door stad en stadsdeel gezamenlijk besloten dat op het voormalige gemeentearchiefterrein in de Diamantbuurt twee nieuwe theaterzalen worden gebouwd, met 70 en 150 stoelen. Het Ostadetheater (nu 85 stoelen) verhuist daarnaar toe en zal dan Amstelvloer heten. Dit is een ontwikkeling die in strijd is met het kunst en cultuurbeleid dat de gemeenteraad vier jaar later vaststelde. Dit is ook het eerste verwijt dat de AKr in zijn (negatieve) advies over het Ostadetheater te berde brengt: een gebrek aan regie: “De kunstraad vindt het moeilijk te rijmen dat de gemeente enerzijds bewust aanstuurt op sluiting van bestaande accommodaties en dat een stadsdeel anderzijds, gelijktijdig zalen bijbouwt.” Bovendien schrijft de Amsterdamse Kunstraad in ‘Kiezen voor perspectief’ over (ver)bouw van accommodaties dat “[…] het gemeentebestuur [heeft] nagelaten om de gevolgen voor de exploitatie te regelen in de meerjarenbegroting. De nieuwbouw van het Ostadetheater, nu nog een zaak van stadsdeel Zuid, kan vergelijkbare gevolgen met zich meebrengen.” (Even terzijde: let op de vileine woordkeus ten aanzien van de relatie stad-stadsdelen en chronologische negatie van besluitvorming…)

Wie is de regisseur?

Het valt het Ostadetheater niet te verwijten dat de gemeente gebrekkig regisseert. Maar hoe moet het nu verder? Als het advies van de AKr over het Ostadetheater wordt overgenomen, ontstaat een tekort in de exploitatie van het Ostadetheater. Daarmee vervalt een bijdrage van de stad aan de bouw van het nieuwe theater, en komt er misschien geen nieuwe theater… Voilà: geen extra stoelen. Doelstelling gehaald. Van achter naar voren geredeneerd klinkt dit als kwader trouw, maar is – vergeef me mijn cynisme – óók een vorm van heimelijk-bureaucratische probleemoplossing. Een dergelijke tragedie hoef ik niet. Daarom heb ik vragen gesteld aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid hoe zij aankijken tegen de (hun?) regierol. Het zal immers niet de eerste keer zijn dat een vermeend regisseur een slecht acteur blijkt. Souffleer ik maar even.

 

1 reactie

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, De Pijp, Politiek