Categorie archief: Amsterdam Zuid

Ontregelde terrassen

Terras
Soiree in het Hotel Meranerhof (Nicolaas van der Waay, rond 1920 [publiek domein])

Een paar weken terug – begin juni – zat ik met jas aan op het terras van de roeivereniging. Het was koud. Kouder dan een dag begin dit jaar – in januari, toen ik daar ook op het terras zat in de straling van een natuurlijke terrasverwarmer: de zon. Winter of zomer, buiten in de zon een kopje koffie drinken is heerlijk.

Zo bezien is het logisch dat de gemeente het onderscheid tussen zomer- en winterterrassen wil opheffen. Spreken van terrasseizoen is kunstmatig: alsof een kalendermaand bepaalt wanneer je op straat wil zijn en daar een drankje wil nuttigen. Schrappen van artikel 3.19 van de APV waarin het verbod op een winterterras is geregeld, vind ik dus een goed idee. Winter of zomer: leefbaar en levendig gebruik van de straat moet centraal staan.

Dereguleren en vereenvoudigen is ook een favoriete bezigheid van het stadsdeel Zuid. En dus wil het “benauwende terrasregels schrappen en verruimen”. Concreet betekent dit

  • dat terrasmeubilair op de weg mag worden opgeslagen ;
  • kunstmatige terrasverwarming is toegestaan;
  • openingstijden van het terras worden verruimd;
  • minder toezichtlasten voor nette ondernemers.

Maar wacht eens even. Leidt het schrappen en verruimen van de “benauwende terrasregels” nu tot een beter gebruik van de straat – een straat die leefbaar en levendig is? Als het een maandje koud en regenachtig is, is er niemand die buiten een drankje wil, maar staat de straat wel volgestouwd met opgeslagen terrasmeubilair – binnenkort het hele jaar door. En als de zon er niet is die ons uitnodigt buiten te zijn, waarom moeten we dan kunstmatig de buitenlucht verwarmen en kunstmatig mensen uitnodigen hun drankje buiten te consumeren? En is dat extra uurtje verruimde openingstijd voor het terras nu echt de wens van de cafébezoeker? Of is het eigenlijk veel normaler om buiten niet onder iemands woning te feesten maar bijvoorbeeld op strand, buiten de stad?

Het lijkt er verdacht veel op, dat niet de leefbaarheid en levendigheid van straat het doel zijn van de nieuwe terrasregels van stadsdeel Zuid, maar de omzet van de horeca-ondernemer. Geen kosten voor berging, maar daarvoor gewoon de openbare weg mogen gebruiken. Een uurtje langer extra drankjes verkopen – goed voor omzet. Als het buiten minder aangenaam is dan binnen, nou, dan zetten we buiten toch gewoon de verwarming aan?

Een terras in Zuid is zo geen plek meer voor een lekker drankje onder zon, maar is goedkope bedrijfsruimte voor vergroting van de omzet.

Tot 13 juli 2012 ligt het concept-terrassenbeleid Zuid 2012 ter inspraak.

(Dit artikel verscheen eerder op Dichtbij.nl)

1 reactie

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, Politiek

Car2go en het VVD-getreiter

Pasje voor de voorruit, pincode intoetsen en wegrijden.

Car2go aan een oplaadpunt

Zo simpel is het met de car2go – het elektrische deelautootje waarvan er in Amsterdam zo’n 300 beschikbaar zijn. Dit weekend probeerde ik het voor het eerst, en het werkt fantastisch. Als doorgewinterde fietser heb ik altijd enkele reserves te overwinnen bij het rijden in een auto. Altijd een momentje van onwennigheid, of het nu gaat om een GreenWheels is (ook een prima mobiliteitsconcept), de auto van mijn ouders, een huurauto in een vakantieland of een elektrische car2go. Dat momentje is bij mij vooral mentaal; zodra je in de auto zit, gaat het autorijden als vanzelfsprekend. Per saldo geniet ik dus niet de zorglast van een eigen auto, maar wel de automobiliteit.

 

Car2go

Dit weekend gebruikte ik de car2go twee keer. De eerste keer om naar de huisartsenpost in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te gaan. Die ligt buiten de ring A10 en buiten het ‘werkgebied’ van car2go. Maar dat is geen probleem: tijdens het bezoek blijft de auto gereserveerd en kan (oké: moet) je er weer mee terug. De tweede keer reed ik van mijn huis in de Pijp naar buurtboerderij Ons Genoegen in het Westerpark, alwaar GroenLinks groene lintjes uitreikte. Na afloop reed ik weer terug. Meestal goed te fietsen, maar dit keer was een elektrisch autootje vanwege een zwangere vrouw en regenachtig weer een welkom alternatief. Zowel de zaterdag in de Baarsjes als de zondag in de Pijp was een car2go vlakbij – op enkele minuten lopen – beschikbaar. Sterker, er was ruime keus, binnen een straal van 300 meter stonden meerdere car2go’s klaar. Zaterdag kon ik de car2go gewoon voor de deur laten staan – parkeerkaartje kopen hoeft niet!; zondag teruggekomen in de Pijp kwam de accu onder de 20% vermogen en moest ik de auto bij een oplaadpunt aan nieuw vermogen helpen. Dat was problematisch.

 

VVD-getreiter

Het navigatiesysteem in de car2go laat zien waar oplaadpunten zijn. Ik zag er talloze in stadsdeel West. Maar bijna thuis, in de Pijp, was er minder keus. Gelukkig zag ik één plekje bij mij in de buurt, in de Karel du Jardinstraat. Eén paal, twee plekken, beide bezet. Helaas. Verder zoeken. Geen enkel oplaadpunt in de Zuid-Pijp. Rijnstraat dan? Omgeving Churchilllaan? Niks. Uiteindelijk kon ik de auto kwijt aan de Stadionweg en dat is dan best een stukje lopen naar huis. Zwangere-vrouwlief had ik eerder – dichter bij huis – alvast laten uitstappen.

Dit gebeurt dus als de VVD regeert. In het achterdochtige en krankzinnig conservatieve parkeerbeleid van het stadsdeel Zuid (VVD, gesteund door PvdA en D66) wordt paal en perk gesteld aan oplaadpunten. Die zouden maar ten koste gaan van ‘gewone’ parkeerplaatsen. In de Pijp zijn er bijna 7.500 parkeerplaatsen. Het aantal oplaadpunten is er echter minder dan tien. En toch worden door VVD-wethouder Marco Kreuger tal van beperkingen (lees de parkeernota) opgelegd aan oplaadpunten; het moeten er vooral niet teveel worden. De VVD is niet vóór automobiliteit en vóór de vrijheid als burger mobiel te mogen zijn. Ze zijn tégen duurzaam, schoon autogebruik. En dat volledig gesteund door de Amsterdam-Zuidse biefstuksocialisten van de PvdA. Soms ben ik verbijsterd over de (politieke) onmogelijkheden van onze toekomst…

 

Amsterdam Zuid: van chique naar afvoerputje

Het momentje van onwennigheid waarover ik hierboven sprak heeft ook een positief aspect: de keuze voor de auto is een bewuste en daarmee minder onnodige. Amsterdam zou een stuk leefbaarder zijn zonder al het ‘onbewuste’ c.q. onnodige autoverkeer. Maar de keuze hiervoor wordt bepaald niet gesteund – eerder volop afgekeurd – door de politieke meerderheid in stadsdeel Zuid. Liever veel drukke, smerige straten met veel privé-autobezit c.q. rijkdom, dan weloverwogen, schone, stille, gedeelde mogelijkheden voor automobiliteit. Met de VVD en PvdA wordt stadsdeel Zuid het smerigste en onaangenaamste stadsdeel van heel Amsterdam. Jammer – nee, vreselijk – voor een stadsdeel dat voor de economische en duurzame toekomst van Amsterdam zo belangrijk is. Alsjeblieft, laat dit veranderen.

 

Verandering: schone, stille, relaxte automobiliteit

Zal ik een poging doen? De stadsdeelraad van Zuid laten besluiten dat honderd extra oplaadpunten worden gerealiseerd in de Pijp (nog altijd minder dan 2% van de parkeerplaatsen!)? Echt, dat moet mogelijk zijn, dat is realistisch. Maar alleen met politiek wil. Ik kan daartoe een motie indienen bij de perspectiefnota van het stadsdeel Zuid in juni 2012. Denk je mee, steun je mij voor schone en stille mobiliteit?

1 reactie

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, De Pijp, Politiek

Bomen beschermen (2)

Vogelvrije boom in het Sarphatipark?

Stadsdeel Oud-Zuid had een bomenverordening die lang tot de meest progressieve van de heel Amsterdam behoorde. Bomen kregen daarin bescherming dankzij duidelijke en strenge criteria waaraan een kapaanvraag moet voldoen. Niet om individuele bewoners tot last te zijn, maar juist om het publieke belang van bomen te waarborgen. En als er valide argumenten zijn voor kap van een boom, dan ook een verplichting tot herplant van een nieuwe; zodat ontgroening van de stad wordt voorkomen.

De bomenverordening van Oud-Zuid heeft zelfs model gestaan voor een ‘geharmoniseerde’ Amsterdamse verordening. Want waarom veertien verschillende – soms zeer verouderde – verordeningen per stadsdeel, als we het in de stad eens zijn over goede regels die bomen beschermen? Helaas, nu zit er in stadsdeel Zuid een bestuur dat in die vooruitstrevende verordening wil gaan hakken. Twee punten springen in het oog: 1) grotere stamomtrek voor vergunningvrij kappen van bomen; en 2) afschaffen van de herplantplicht.

Nu kan ik daar gewoon tégen zijn. Maar dat zou ik te makkelijk vinden. Op zijn minst vind ik dat ik moet begrijpen wat de beweegredenen zijn om de bomenverordening te ‘dereguleren’ – het goedpraatwoord van de huidige coalitie om je handen ergens van af te trekken.

Was er misschien een breed beleefde behoefte aan deregulering van de bomenverordening? Wie hebben die behoefte dan geuit? Welke bewoners en bedrijven smachtten naar minder regels om bomen waarvan zij kennelijk af wensten? Welke redenen zijn daarbij genoemd? En zijn de voorgestelde maatregelen inderdaad het antwoord op de geuite behoefte? Nergens wordt op deze toch relevante vragen ingegaan. Het lijkt er op dat het coalitiepartijen in stadsdeel Zuid vooral willen dereguleren om het dereguleren – of de samenleving daar nu beter van wordt of niet.

Een tweede reden – veel legitiemer – zou kunnen zijn dat het stadsdeel moet bezuinigen. In dat geval moet natuurlijk duidelijk zijn dat de oude verordening veel kosten met zich meebrengt en dat de nieuwe een stuk goedkoper is. Maar nergens stelt het het dagelijks bestuur zichzelf ook maar deze vraag, laat staan dat het een poging doet om dit inzichtelijk te maken. Dus ook hier is het speculeren naar motieven. Voor het in behandeling nemen van een kapvergunning worden leges in rekening gebracht, die – in principe – kostendekkend zijn. Kapaanvragen behandelen zal dus nauwelijks drukken op de stadsdeelbegroting. Anders is dat met de handhaving van de herplantplicht. Als mensen na het vergund vellen van een boom verzaken een nieuwe boom te planten, moet het stadsdeel dat via een bestuursrechtelijk handhavingstraject gaan afdwingen. Dat is veel gedoe. Zonder verplichting tot herplant, geen reden tot handhaving en dat scheelt geld. Hoeveel geld? Wederom: het dagelijks bestuur zegt er niets over. We weten niet wat het stadsdeel bespaart door bomen vogelvrij te verklaren.

Het lijkt blinde dereguleringsideologie, zonder enige kennis van de gevolgen. Dereguleren omdat het kan, niet omdat het moet. Namens GroenLinks heb ik daarom maar vragen gesteld om zicht te krijgen in de gevolgen – inzicht dat een dagelijks bestuur behoort te geven vóórdat het de raad vraagt iets te besluiten.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, Politiek

Bomen beschermen

Wie is er de baas over de bomen? Is het de overheid, met zijn verordeningen, vergunningen en handhavers? Of is het de particulier, de bewoner, de eigenaar of huurder van de grond waarin de boom zijn wortels heeft geschoten? Zijn het anders de volgens jurisdictie bepaalde ‘belanghebbenden’ – zij die er zicht op hebben? Voor Seattle zouden het idiote vragen zijn geweest. Het indiaanse opperhoofd Seattle betoogde in zijn beroemd geworden toespraak in 1854 hoe onbegrijpelijk de gedachte is dat je de natuur kunt bezitten, kunt kopen, kunt verhandelen of stelen.

 

Het opperhoofd Seattle

Nu geef ik toe: wij bewoners van Amsterdam zijn geen indianen. En ik zal de laatste zijn die u tot een ecologische religie wil bekeren. Wat Seattle’s toespraak interessant maakt is ook niet de religieuze beleving van zijn verbondenheid met de natuur, maar het particuliere én het publieke belang dat mensen hebben bij een goede omgang met de aarde. Gezondheid, welzijn en comfort voor jezelf, voor anderen, en voor toekomstige anderen zijn daarvan afhankelijk. Ook heel lokaal is dat het geval. Bomen, het belangrijkste groen in de stad, hebben daar een speciale rol in.

Bomen beschermen ons tegen ongezonde lucht. Zij wassen het fijnstof uit de lucht door het aan hun bladeren te laten kleven en het er bij regen af te spoelen.

Bomen beschermen ons tegen zomerse hitte. Een lommerrijk bladerdak voorkomt dat het stadse gesteente tot diep in de nacht warmte straalt, waardoor veel mensen moeilijk slapen.

Bomen beschermen ons tegen wateroverlast, zij zuigen het water van heftige buien snel op, gebruiken het voor groei en verdampen het langzaam.

Bomen beschermen ons tegen teveel koolstofdioxide in de atmosfeer, waardoor de aarde minder snel opwarmt.

Bomen beschermen ons tegen ongewenste inkijk van de buren (of bij de buren).

Bomen beschermen ons tegen een al te stenige stad. Een beetje natuur in al het stadsrumoer geeft ons rust, vrolijkheid en optimisme.

Bomen beschermen is het dus belang van ons allemaal. En bomen beschermen hoeft helemaal niet moeilijk te zijn. Het begint met een goede verzorging en ruimte gunnen. Op 22 april vieren we Earth Day. Een dag waarop we uiting geven aan de behoefte voor een schoon milieu en een leefbare omgeving. ’s Middags in het Sarpahtipark laat GroenLinks zien dat we bomen moeten beschermen omdat bomen ons beschermen.

(Dit artikel verscheen eerder op Dichtbij.nl)

1 reactie

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, Politiek

Veilig maar gulzig

Onveiligheidsgevoelens? Bij deze gulzige kaaiman die ik in Bolivia tegenkwam niet…

Stadsdeel Zuid is het veiligste stadsdeel van Amsterdam. En toch is het budget voor veiligheid de afgelopen jaren meer dan verdubbeld. Dat komt omdat het met veiligheid goed scoren is: toon je compassie met slachtoffers en kondig maatregelen af – liefst stevige, zoals cameratoezicht of blowverbod. Maar compassie tonen – wat goed is – hoeft geen miljoenen te kosten. En maatregelen die nimmer hun effectiviteit bewezen hebben, zoals cameratoezicht, zouden niet zoveel geld mogen opslurpen.

Het budget voor veiligheid steeg tussen 2010 en 2012 van 2,2 miljoen euro naar bijna 4,8 miljoen euro (zie grafiek 1). Slechts een heel beperkt deel van deze toename is bedoeld om rijksbezuinigingen op te vangen. In 2012 gaat ruim 200.000 euro naar cameratoezicht. Nog eens 100.000 euro gaat naar “uitbreiding capaciteit” voor de “aanpak van veiligheid” of te wel: meer ambtenaren. Twee dure maatregelen waarvan in hoge mate moet worden betwijfeld of het bijdraagt aan veiligheid.

Grafiek 1. Budget voor veiligheid in stadsdeel Zuid

Is méér veiligheid eigenlijk wel nodig? Hoewel je natuurlijk nooit kan zeggen dat het veilig genoeg is, of dat er niets meer te doen valt, moet je je wel afvragen of méér geld er aan besteden wel zo nuttig is. Het Sociaal Cultureel Planbureau stelde onlangs in zijn rapport Waar voor ons belastinggeld? dat méér geld, niet per se méér resultaat betekent. “Bij de meeste voorzieningen stijgt de hoeveelheid ingezet personeel veel sneller dan de productie,” lezen we in de samenvatting van dit rapport. Dit zou ook wel eens kunnen gelden voor die 100.000 euro ‘uitbreiding capaciteit’ die het stadsdeelbestuur zo nodig vindt.

Bovendien is de vraag hoe groot het veiligheidsprobleem is in stadsdeel Zuid. Van onveiligheidsgevoelens heeft stadsdeel Zuid in vergelijking met andere stadsdelen al jaren het minste last (zie grafiek 2).

Grafiek 2. Aandeel mensen dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen woonbuurt (bron: basismeetset Amsterdam, O&S)

Als we kijken naar de zogenaamde veiligheidsindexen is er al jaren een positieve trend: het wordt veiliger, zowel objectief als subjectief (zie grafiek 3). De index is een – eerlijk gezegd nogal kunstmatig – getal dat de ontwikkeling binnen Amsterdam moet aangeven, waarbij ‘100’ de waarde voor heel Amsterdam in 2003 is. Hoe lager het getal, hoe ‘veiliger’. Objectieve veiligheid gaat over geregistreerd slachtofferschap; subjectieve veiligheid gaat over gevoel, bijvoorbeeld van angst om slachtoffer te worden van misdrijven en criminaliteit. Landelijk is al jaren de trend dat het ‘objectief’ gezien veiliger wordt, maar dat onveiligheidsgevoelens toenemen. Over deze paradox kan je meer lezen in een interessant artikel van Sander Flight. Maar in stadsdeel Zuid gaat het dus zelfs met de beleving van (on)veiligheid de goede kant op.

Grafiek 3. Objectieve en subjectieve veiligheidsindex in stadsdeel Zuid (bron: basismeetset Amsterdam, O&S)

Meer geld voor veiligheid vind ik dus geen goed idee:

  1. Er is geen noodzaak voor, want het gaat al lang de goede kant op met veiligheid: met de bestaande, ‘oude’ budgetten kan de veiligheid al worden verbeterd, zo tonen de cijfers aan.
  2. Meer geld betekent lang niet altijd meer resultaat, zo wist het SCP onlangs te stellen.
  3. Er wordt fors bezuinigd op andere belangrijke zaken, zoals welzijn en het onderhoud van openbare ruimte. Het ongedaan maken van deze bezuinigingen verdient meer prioriteit dan de investeringen in openbare orde en veiligheid  – en dat zou misschien wel eens beter kunnen zijn voor de veiligheid op lange termijn.

Het lijkt er op dat het stadsdeelbestuur vooral goede sier wil maken met ‘maatregelen voor’, ‘een aanpak van’ en ‘inzetten op’ veiligheid, maar zonder dat concreet duidelijk wordt gemaakt wat daarmee moet worden bereikt. Die goede sier kost wel miljoenen extra. In tijden van bezuinigingen mag het stadsdeelbestuur wel wat minder gulzig zijn.

 

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Amsterdam Zuid, Politiek